Terschelling had na 1875 drie reddingstations (West, Midsland en Oosterend). Vanaf deze tijd tot circa de Eerste Wereldoorlog werden zo'n 140 scheepsstrandingen langs de noordkust van Terschelling gemeld door de plaatselijke reddingcommissie. Ruim 350 Terschellingers waren betrokken bij de reddingsacties. De roeiers deden het werk naast hun baan als boer, arbeider of zeeman (wanneer ze thuis waren). Vooral in het stormseizoen rukte men geregeld uit. Niet altijd ging de reddingssloep te water. Soms was het nog te donker, te gevaarlijk of waren er al jutters aanwezig, die zich te paard en voorzien van een roop door de branding waagden. Zodra de reddingsboot in actie moest komen, stapten circa tien roeiers onder leiding van de schipper in de sloep voor heldhaftige pogingen om de schipbreukelingen te redden.
Een redder in uw Terschellinger familie?
Enkele tientallen meters van het strand konden zich heftige taferelen afspelen. Wie waren de stoere lieden, die zich tijdens noodweer in een roeiboot op zee begaven of bij nacht en ontij op het strand waakten? Heeft u een vermoeden dat één (of meerdere) van uw voorouders betrokken was bij het roeireddingswerk? Het kan worden uitgezocht.
Tegen een kleine vergoeding (per naam) ontvangt u een overzicht met informatie over de reddingen, waarbij de door u opgegeven persoon betrokken was. Met de gevonden gegevens kunt u eventueel nog verder (laten) zoeken naar specifieke informatie over de scheepsstrandingen.
Meer weten?
Stuur een e-mail naar info@eilandvanhoop.com met de naam van de persoon waarover u informatie zoekt, altijd met initialen en het liefst ook de volledige voornaam. Hieronder ziet u een voorbeeld.