Komt er een Pals voor in je stamboom? Dan kan het zomaar zijn dat je deze aantreft in het verhaal. In het uit te printen stamboomoverzicht onderaan deze pagina zijn de hoofdpersonages in het rood aangegeven. Met de personenindex achterin het boek zijn zij en vele andere oude Terschellingers gemakkelijk terug te vinden. Wie een genealogische verwantschap heeft met de Palsen zal wellicht nieuwe ontdekkingen doen.
Paulus Gossesz is de stamvader van de Palsen op Terschelling. Hij was aan het einde van de zeventiende eeuw kooiker van de op één na oudste eendenkooi van het eiland, gelokaliseerd ter plekke van de huidige ‘Camping De Kooi’. De achternaam Pals is een verbastering van ‘Pauluszoon’ en wordt in 1793 voor het eerst in een notariële akte van ‘Tijs Poulus Pals’ (daarvoor alleen zonder achternaam) vermeld.
Of de Palsen al vóór de ‘Grote Brand’ van 1666 op Terschelling woonden is de vraag. Mogelijk was Paulus Gossesz eerst zeeman en als gevolg van de Engelse oorlogen, en dientengevolge de inperking van de handel en scheepvaart, halverwege de zeventiende eeuw naar Terschelling gevlucht. Dit blijft giswerk en is interessant voor nader onderzoek, al zijn de zogenaamde schepenrollen vóór 1666 lastig te ontcijferen. Toen Paulus Gossesz in 1680 als ‘kooiman’ op de Terschellinger bevolkingslijstjes verscheen, was de glorietijd van de Oostzeehandel, de VOC en WIC in ieder geval al tanende.
In de eerste hoofdstukken van het boek worden de oudste Palsen van Terschelling in de context van de eilander historie en de vaderlandse geschiedenis van de 17e en 18e eeuw geplaatst. Vervolgens nemen latere generaties Pals ons mee naar de 19e en 20e eeuw, beginnend rond 1830, wanneer één van de hoofdpersonages vanuit krijgsgevangenschap terugreist naar Terschelling.